"Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten? Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden. Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! – dan is de nacht een licht om mij heen. Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister, maar de nacht licht op als de dag, de duisternis is als het licht." (Psalm 139: 7-12)
Ledereen die op de Heer vertrouwt kan gelukkig en kalm rust vinden bij de goede God, Die van hen houdt en voor hen zorgt. “Ik heb het verhaal gelezen van een oude arts in de kerk, die toen hij op een ochtend de deur uitging, een bedelaar tegen kwam en tegen hem zei: “Ik wens u een goede dag.” “Mijnheer”, zei hij, “ik ben geen dag in mijn leven ziek geweest”. “Maar je kleren zijn helemaal versleten” zei de arts “en je portemonnee lijkt heel erg leeg te zijn.” Hij zei: “Mijn kleren zijn zo goed als God wil dat ze zijn, mijn portemonnee is zo vol als het God goed acht, en wat Hij goed vindt, vind ik ook goed.” “Maar,” zei de arts, “stel nu dat God jou in de hel zou gooien?” “Inderdaad mijnheer” zei hij “maar dat zal nooit gebeuren, maar als het zou gebeuren zou ik tevreden zijn, want ik heb twee lange sterke armen: geloof en liefde, en die zou ik om de nek van mijn Heiland klemmen en ik zou Hem nooit laten gaan, zodat, als ik daarheen zou gaan, Hij bij mij zou zijn en het toch als de hemel voor mij zou zijn.” O, die twee sterke armen van geloof en liefde! Als u die om de nek van uw Heiland klemt, dan zou je zelfs niet voor slecht weer vrezen.”(Spurgeon)