Ik hoopte steeds op de HEERE.
Hij heeft zich tot mij gewend,
mijn hulpgeroep gehoord.
Hij tilde mij op uit een dodelijke put,
uit het modderige slijk,
Hij zette mijn voeten op een rots,
mijn schreden maakte Hij vast.
Hij gaf mij een nieuw lied in mijn mond,
een loflied voor onze GOD.
Velen zullen het zien en vrezen
en op de HEERE vertrouwen. Psalm 40: 2-4
We kennen de bron van de pijn van de Psalmist hier niet, maar we weten wel dat zijn ziel lijdt onder verslagenheid, ontmoediging en hopeloosheid. Soms zijn we in de put geneigd om onszelf te 'redden' door te proberen een menselijke (hoogmoedige) oplossing te vinden. Hier krijgen we het voorbeeld van geduldig wachten en geloven dat God onze roep hoort. Het 'wachten' is opzettelijk - actief op zoek gaan naar Zijn aangezicht. Gods timing valt niet altijd (vaak niet) samen met onze timing. We willen dat God onmiddellijk voor ons handelt, maar Hij heeft plannen om ons te veranderen, om ons geloof op te bouwen. Op Hem wachten betekent op Hem vertrouwen en je de goede dingen herinneren die Hij al voor ons heeft bereikt. Het eindresultaat van vertrouwen - een getuigenis van lof voor onze eigen opbouw en een getuigenis voor hen die ons zien. Laten we dus op de Heer wachten in de overtuiging dat Zijn arm nooit te kort is om te redden.